In dit artikel
Evenementenzorg omvat alle geïntegreerde zorg die in georganiseerd verband op een evenement wordt verleend aan deelnemers, toeschouwers en medewerkers op een omschreven evenementenlocatie, in aanvulling op de reguliere eerstelijns acute (mobiele) zorg.
Dit protocol bevat de richtlijn basale reanimatie van volwassenen. Het gebruik van de AED is een integraal onderdeel van de basale reanimatie door hulpverleners. Dit protocol is overgenomen van de Nederlandse Reanimatie Raad.
Dit protocol is bedoeld voor professionele zorgverleners bij de reanimatie van volwassen slachtoffers. Dit protocol is overgenomen van de richtlijn Specialistische Reanimatie van volwassenen van de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR).
ADH
BP
COPD
CP
EDS
EU
GHB
HR
JTM
LSD
MDMA
MME
N2O
NaCl
NTG
THC
WPSTC
XTC
Antidiuretisch hormoon
Blood Pressure
Chronic Obstructive Pulmonary Disease
Centrale Post
Excited Delirium Syndrome
Europese Unie
Gammahydroxyboterzuur
Heart Rate
Junior Teamleider Medisch
Lysergeenzuurdi-ethylamide
3,4-methyleendioxidemethamfetamine
Medisch Manager Evenementen
Distikstofmonoxide
Natriumchloride
Nitroglycerine
Tetrahydrocannabinol
Ecstasy
Het gebruik van alcohol en drugs neemt de afgelopen jaren toe. In de basis gaan we ervan uit dat iemand middelen gebruikt om de gewenste effecten te ervaren. Niemand kiest er bewust voor om ‘bad’ te gaan op een middel. Nagenoeg alle gebruikers die ongewenste effecten komen bij de hulpverlening vanwege angst en onrust. Ze weten immers niet wat er met hun lichaam en geest gebeurt en neigen de controle te verliezen. Juist daarom is het van belang dat we adequate en persoonsgerichte hulpverlening bieden om verdere angst, onrust of erger te voorkomen.
Hulpverleners komen regelmatig in aanraking met spoedgevallen rondom alcohol en drugs. Met name daarom is het van belang dat hulpverleners achtergrondinformatie hebben over de diverse middelen en hun uitwerkingen. Het gaat niet zozeer alleen om de drugs die iemand ingenomen heeft, maar vooral om het probleem waarmee iemand zich meldt.
In dit protocol wordt zowel de meest voorkomende middelen als de beoordeling van de geintoxiceerde patiënt beschreven.
Drugs zijn middelen die de hersenen en lichaam beïnvloeden. Hierdoor verandert de stemming, de energie en de manier waarop iemand zijn/haar omgeving waarneemt. Drugs is te categoriseren in drie hoofdeffecten: stimulerend, verdovend en waarnemingsveranderend.
Verdovend
Middelen die een verdovende werking hebben op het lichaam kunnen bij een kleine hoeveelheid juist fitheid teweegbrengen. Dit heeft te maken met het feit dat gevoelens zoals vermoeidheid en het geremd zijn ook verdoofd worden. De ontspannende werking van verdovende middelen kunnen angst verminderen en iemand rustiger en blijer laten voelen. Dit is dan ook de reden wat maakt dat mensen die bijvoorbeeld alcohol hebben gedronken, het middel als stimulerend ervaren. Bij grotere hoeveelheden heeft het juist een omgekeerde werking. Middelen met een verdovende werking worden ook wel ‘downers’ genoemd. De spieren ontspannen en de zintuigen functioneren minder goed naarmate de dosis toeneemt.
Verdovende middelen hebben als kenmerk dat de bloeddruk, ademhaling, temperatuur en daarmee dus de hartslag daalt. Dit kan bij mensen met bijvoorbeeld chronische aandoeningen zoals suikerziekte en hart- en vaatziekten leiden tot gevaarlijke situaties. Enkele voorbeelden van verdovende middelen zijn: alcohol, heroïne, opium, slaapmedicatie en GHB.
Stimulerend
Kenmerkend voor deze categorie is dat de middelen een oppeppende en stimulerende werking hebben op zowel de fysieke als mentale toestand van een persoon. De bloeddruk, temperatuur en ademhaling neem toe. Daarnaast zorgen de stimulerende middelen ervoor dat je je energiek, alert en opgewekt gaat voelen. Het zelfvertrouwen neemt toe en de gebruiker denkt dan ook dat hij de wereld aan kan. De gebruiker heeft daarnaast het beeld dat men sneller en helderder kan nadenken en dat daarmee de concentratie toeneemt.
Daarnaast ervaart de gebruiker een verminderde eetlust en spannen de spieren zich. Deze komen bijvoorbeeld tot uiting in verkrampte kaken bij het gebruik van bijvoorbeeld amfetamine. De pupillen worden groter bij het gebruik van stimulerende middelen. De blaas en darmen worden overprikkeld wat maakt dat iemand vaker gebruik zal moeten maken van het toilet.
Enkele voorbeelden van stimulerende middelen: nicotine, cafeïne, cocaïne, amfetamine, xtc, qat en (nagenoeg) alle designerdrugs.
Waarnemingsveranderend (tripmiddelen)
Bij het gebruik van deze middelen wil de gebruiker ervoor zorgen dat men de buitenwereld op een andere manier gaat waarnemen dan normaal. De zintuigelijke waarneming verandert en daarmee hoort, ziet, voelt en proeft de persoon anders dan normaal. Een gebruiker ziet bijvoorbeeld kleuren intenser en geluiden om een gebruiker heen kunnen niet geplaatst worden. De ruimte waarin een gebruiker zit wordt kleiner of juist heel erg groot. De tijd gaat langzaam en staat voor veel mensen ook stil. Dat kan weer leiden tot angstige situaties, die vervolgens weer leiden tot onverwachte reacties als paniek, angst en agitatie.
De lichamelijke reactie op het gebruik van waarnemingsveranderende middelen kan zich uiten in een iets versnelde hartslag, ademhaling en temperatuursverhoging, maar minder dan bij de stimulerende middelen.
Er kan misselijkheid ontstaan en een gebruiker kan gaan transpireren. De pupillen verwijden zich.
Enkele voorbeelden van waarnemingsveranderende middelen: LSD, psilocybine bevattende paddenstoelen, cactussen, cannabis (kan ook zowel verdovend als stimulerend ervaren worden).
De meeste uitgaansdrugs zijn bedoeld om enkelvoudig te gebruiken. Het combineren van twee middelen komt met regelmaat voor. Meestal zie je dat de drugs gecombineerd worden met het gebruik van alcoholische dranken. Omdat middelen veelal niet tegelijkertijd, in verschillende hoeveelheden worden ingenomen en de werkingsduur van middelen verschilt, is het effect niet goed voorspelbaar. In het algemeen kan het volgende gezegd worden over de meest voorkomende combinaties:
Combinaties van verdovende en waarneming veranderende middelen: Bij deze combinatie treedt een gevoel van controleverlies op, waarbij iemand zich doorgaans erg ziek voelt en zich ook als zodanig presenteert met zijn klachten.
In deze laatste stap van de primaire beoordeling kijk je naar overige letsels en bescherm je je patiënt tegen onderkoeling of oververhitting.
Stofnaam: ethanol
Groep: verdovende middelen
Andere namen: veel verschillende soorten drank
Alcohol is de meest gebruikte drug in onze samenleving en heeft een belangrijke sociale functie. Alcoholgebruik is algemeen geaccepteerd in de samenleving. Alcohol is goed oplosbaar in water en daardoor wordt het makkelijk in het bloed opgenomen en snel over het totale lichaamsvocht verspreid. Ondanks het gevoel dat het de gebruiker energie geeft heeft, het als hoofdeffect een verdovende werking.
Alcohol heeft verschillende effecten die afhankelijk zijn van de hoeveelheid alcohol die men heeft ingenomen. In eerste instantie is men opgewekter, praat men makkelijk en wordt snel contact gelegd met anderen. De polsfrequentie en ademhaling versnellen. Later treedt een meer verdovend effect in, het reactievermogen vermindert en men is minder goed in staat om situaties in te schatten. Het zelfvertrouwen neemt toe en de gebruiker wordt soms roekeloos doordat het eigen kunnen wordt overschat. De coördinatie vermindert, waardoor men onvast loopt en soms met dubbele tong gaat praten. Men wordt zich minder bewust van de omgeving. Pijn en kou worden minder gevoeld. Wanneer er daadwerkelijk alcoholvergiftiging optreedt, daalt het bewustzijn verder en zal de ademhalingsfrequentie dalen. De lichaamstemperatuur neemt vasodilatatie en de zorgvrager raakt onderkoeld. Er kan een ademhalingsstilstand optreden. Doordat alcohol het maagslijmvlies prikkelt worden drinkers snel misselijk en braken zij gemakkelijk.
Na overmatig alcoholgebruik treedt vaak een kater op, waarbij hoofdpijn, misselijkheid en braken de overhand hebben. Voor een deel wordt de kater veroorzaakt door vochtverlies doordat de nieren door de alcohol worden aangezet tot het uitscheiden van meer vocht.
Alcohol is een natuurproduct dat ontstaat als gevolg van gisting van suikers in vruchten. Afhankelijk van de gebruikte vruchten en granen kunnen zeer verschillende alcoholische dranken worden gemaakt. Het alcoholpercentage in de drank is afhankelijk van de gisting en de nabewerking. Alcohol is alleen in drankvorm verkrijgbaar en wordt verkocht in verschillende sterktes.
Alcohol wordt vrijwel altijd ingenomen als drank. Soms wordt alcohol op andere manieren ingenomen, zoals door een in een (sterke) alcoholische drank gedrenkte, tampon vaginaal of rectaal in te brengen of door deze in het oog te gieten (eye-balling). Dit komt in Nederland weinig voor.
De reactie op alcohol verschilt sterk van persoon tot persoon. Daarnaast is het effect van alcohol sterk afhankelijk van de hoeveelheid alcohol die in het bloed terecht komt. Deze bloedspiegel is onder andere afhankelijk van de snelheid waarmee het wordt opgenomen vanuit de darm, de verdeling in het lichaam (verdunning in het lichaamsvocht) en de snelheid waarmee het wordt afgebroken. Alcohol wordt snel in de darmen opgenomen en vanuit de darmen naar de hersenen getransporteerd. De aanwezigheid van voedsel in darmen en maag vertraagt de opname van alcohol. Een klein deel van de alcohol wordt al afgebroken in de maagwand door het enzym alcoholdehydrogenase. Vrouwen en Aziaten hebben minder alcoholdehydrogenase en zullen meer alcohol opnemen vanuit de darm, ze hebben sneller een hoge concentratie alcohol in het bloed en zullen sneller dronken zijn. Alcohol wordt opgelost in de lichaamsvloeistoffen, de concentratie alcohol zal bij grote zware mensen dus lager zijn dan bij kleine lichte mensen. Alcohol wordt afgebroken door de lever. Na inname is de concentratie alcohol na ongeveer 45-60 minuten het hoogste. Het duurt ongeveer 45 minuten tot 1,5 uur voordat de lever een normaal glas alcohol helemaal heeft afgebroken.
Mensen die overmatig alcohol hebben gebruikt zijn vaak ontremd. Ze zeggen dingen die ze anders niet zouden zeggen. Soms zijn ze overmoedig en doen dingen die ze zonder alcohol niet zouden doen. Men zoekt (seksuele) grenzen op. Het beoordelings- en inschattingsvermogen neemt af en men neemt grotere risico’s. Emoties worden vaak Versterkt, men is overdreven vrolijk of juist sentimenteel. Soms reageren ze (onverwacht) agressief. Ze kunnen zorgen voor veel onrust op de post en zijn soms erg dwingend. De patiënt heeft vaak evenwichtsstoornissen, het reactievermogen neemt af en ze vallen gemakkelijk. Vaak spreekt men met een ‘dubbele tong’ en heeft men moeite om uit de woorden te komen.
Omdat alcohol een verdovend middel is, versterkt het de werking van andere verdo_ vende middelen zoals GHB. Er treden eerder bewustzijnsstoornissen op. Dit geldt ook voor gebruik van alcohol in combinatie met slaapmiddelen. Daarnaast wordt alcohol vaak gecombineerd met een stimulerend middel. De gebruiker ervaart dan wel dat hij minder remming heeft, maar wordt door het stimulerende effect van de ‘pepper’ niet suf van de alcohol. Voorbeelden hiervan zijn alcohol met cafeïne (Wodka-Red Bull) of alcohol met cocaïne. Omdat men het effect van de alcohol minder merkt worden vaak grote hoeveelheden alcohol ingenomen.
Patiënten met een intoxicatie benaderen we via de ABCDE methodiek (zie protocol ABCDE benadering). Bij patiënten met een alcohol intoxicatie kun je de volgende bevindingen verwachten:
Airway Alcoholgeur bij de mond.
Patiënt braakt makkelijk, leg in stabiele zijligging!
Breathing Snellere ademhaling, bij vergiftiging trage ademhaling.
Circulation Tachycardie
Disability Slaperigheid, sufheid, bewustzijnsdaling, praten met dubbele tong (dysartrie), onsamenhangende spraak. Wijde pupillen (mydriasis).
Exposure Hypothemermie.
Overig Bloeddoorlopen ogen, onvast op de benen.
Waarschuw direct de CP/MME/andere aanwezige collega en bel zo nodig 1-1-2 bij stoornissen in de vitale functies. Breng de patiënt naar een rustige ruimte en stel hem gerust. Indien het bewustzijn is gedaald: zorg voor een vrije luchtweg; leg de patient in de stabiele zijligging of gebruik eventueel de (trauma) kinlift of trauma jaw thrust. Geef geen koffie, cafeïne versterkt de werking van alcohol. Laat de patiënt water drinken, indien goed aanspreekbaar.
Het gebruik van alcohol brengt risico’s met zich mee. Dit kan zowel op korte als langere termijn. De effecten van alcohol op de ontwikkeling van de hersenen is een zeer belangrijke. Het is gebleken dat het gebruik van alcohol op jonge leeftijd blijvende hersenschade veroorzaakt.
Bij alcoholvergiftiging wordt de concentratie alcohol in het bloed zo hoog dat men bewusteloos en in coma kan raken. Bij jongeren kan dit al bij een promillage van 1.7. Bij volwassen (ervaren) drinkers kan een alcoholvergiftiging optreden vanaf ongeveer 4 promille.
Langdurig overmatig alcoholgebruik kan leiden tot geheugenstoornissen (syndroom van Korsakov) en ernstige beschadiging van de lever (levercirrose), hart en bloedvaten.
Stofnaam: lachgas, distikstofmonoxide (N20)
Groep: waarnemingsveranderend, tripmiddelen
Andere namen: –
Lachgas is een kleurloos, niet-irriterend, zoetgeurend en zoet smakend gas. Het wordt in de geneeskunde nog steeds gebruikt om patiënten kortdurend onder narcose te brengen. Naast het medicinale gebruik wordt lachgas gebruikt als drijfgas in de voedingsindustrie voor onder andere slagroomspuiten. Tot slot wordt het middel steeds vaker gebruikt als roesmiddel tijdens het uitgaan vanwege de milde, psychedelische effecten.
Lachgas wordt als (party)drug gebruikt vanwege de snelle kortdurende roes (1-5 min), vergelijkbaar met de dissociatieve effecten van ketamine. Daarnaast heeft het ook psychedelische effecten. Andere effecten zijn ontspanning, en euforisch gevoel, lachbuien en soms hallucinaties. Ook krijgt de gebruiker tintelingen en is er een vervorming van de werkelijkheid in beeld en geluid. Dit kan zowel euforie als onrust of angst geven.
Naast de gewenste effecten (hallucinaties en trip effecten/verwardheid) geven mensen die lachgas gebruiken ook aan dat ze bijwerkingen of ongewenste effecten ervaren; duizeligheid, hoofdpijn, verwardheid, misselijkheid, gevoelloosheid of tintelingen en flauwvallen. Deze klachten worden (deels) veroorzaakt door tijdelijk zuurstoftekort. Doordat lachgas onder druk in een cilinder is opgeslagen, kunnen bij het vullen van ballonnen of inademen uit een cilinder of patroon bevriezingswonden ontstaan. Dit komt doordat lachgas uitzet en afkoelt als het ontsnapt onder druk, waardoor ijskristallen kunnen ontstaan.
Lachgas is populair mede, omdat het makkelijk en legaal te verkrijgen is. Het wordt door gebruikers nauwelijks als ‘drug’ gezien, maar als een relatief onschuldig middel. Waar eerder vooral uitgaande jonge lachgas gebruikten, wordt het nu ook vaker gezien bij andere groepen dan uitgaanders, zoals jongeren op straat of rond schoolpleinen. Ook wordt er een toename gesignaleerd van de verkoop en het gebruik van lachgasballonnen in de reguliere horeca, op (openbare) evenementen en op feesten.
Lachgas is een gas, dat geïnhaleerd wordt. Het is vaak opgeslagen in grote cilinders of in patronen voor professionele slagroomspuit en wordt vervolgens voor verkoop verdeeld in ballonnetjes. Gebruikers ademen in en uit in de ballon en houden het geïnhaleerde gas even in hun longen.
Lachgas is kleurloos en heeft een zoete geur en smaak. Vanwege de pijnstillende en bewustzijnsverlagende eigenschappen wordt het gebruikt in ziekenhuizen, door verloskundigen en bij de tandarts voor pijnstilling tijdens korte procedures of als extra middel bij algehele anesthesie. Lachgas is sinds 1 januari 2023 verboden in Nederland en valt onder de Opiumwet.
Lachgas werkt snel na het inhaleren en werkt ongeveer 1 tot 5 minuten. Het effect van lachgas kan langer aanhouden. Inademing van veel lachgas ineens geeft een sterker effect dan wanneer kleine hoeveelheden worden geïnhaleerd.
Een ballon met lachgas wordt meestal met 1 slagroom gaspatroon gevuld. Een standaard slagroom patroon die wordt gebruikt om een ballon te vullen bevat 8 gram N20.
Gebruikers van lachgas laten vaak een kortdurende bewustzijnsdaling zien. Verder kunnen ze verward gedrag vertonen door de hallucinerende/psychedelische effecten van lachgas. Ook kunnen lachbuien of juist onrust of angst laten zien.
Lachgas en alcohol/GHB: beide hebben een verdovend effect en gebruik in combinatie kan het verdovende effect versterken. Dit vergroot het risico op zuurstoftekort door vermindering van de ademhaling. Daarnaast is er een vergrote kans op duizeligheid.
Lachgas en XTC/Ketamine: het lachgas versterkt te effecten van XTC en Ketamine. De trip is meer intens, wat soms als zeer beangstigend wordt ervaren.
Wederom benaderen we patiënten middels de ABCDE benadering. Hierbij kun je de volgende afwijkingen verwachten:
Airway Bedreigde luchtweg.
Breathing Trage ademhaling. Ernstig zuurstoftekort.
Circulation
Disability Verlaagd bewustzijn.
Exposure Hypothermie.
Waarschuw direct de CP/MME/andere aanwezige collega en bel zo nodig 1-1-2 bij stoornissen in de vitale functies. Breng de patiënt naar een rustige ruimte en stel hem gerust. Indien het bewustzijn is gedaald, zorg voor een vrije luchtweg; leg de zorgvrager in de stabiele zijligging of gebruik eventueel de (trauma) kinlift of trauma jaw thrust.
Lachgas kan leiden tot ernstig zuurstoftekort (hypoxie) omdat het zuurstof verdringt. Dit risico geldt met name als een gebruiker meerdere keren achter elkaar uit meerdere ballonnen of patronen in- en uitademt, zonder tussendoor buitenlucht in te ademen. Verschijnselen van hypoxie zijn duizeligheid, hoofdpijn en bewusteloosheid. Hypoxie kan leiden tot blijvende beschadigingen aan de hersenen en andere organen.
Langdurig en regelmatig gebruik van lachgas zorgt voor een vitamine B12 deficiëntie. Bij een vitamine B12 deficiëntie kan zenuwschade (neuropathie) ontstaan. De eerste tekenen van neuropathie zijn tintelingen in de vingers, tenen en lippen. Later kan ook een doof gevoel in armen en benen ontstaan. In de ergste gevallen kan er ernstige schade aan het ruggenmerg en de hersenen ontstaan.
Steeds meer zien we problematisch gebruik van lachgas. Over een lachgas verslaving is nog weinig bekend.
Tot slot kan bij inademing van lachgas rechtstreeks uit de tank, patroon of spuit bevriezing van lippen of longen ontstaan. Bij verkoudheid is het gevaarlijk om lachgas te nemen. Lachgas is in de slagroomspuit samengeperst en zet daarna uit in lucht. Door de extra druk in het hoofd kan het trommelvlies springen bij een ‘verstopt’ hoofd. Behalve oorpijn kan dit leiden tot blijvende gehoorschade.
Stofnaam: ketamine
Groep: tripmiddelen
Andere namen: Special K, K, Keta, Vitamine K, Karel
Ketamine wordt gebruikt als middel tegen pijn en als narcosemiddel bij operaties. In de recreatieve setting wordt ketamine, in een lage dosering, als drug gebruikt. Ketamine wordt meestal gesnoven, maar sommige gebruikers nemen het ook oraal, rectaal of spuiten het in. Een lage dosering ketamine maakt de gebruiker dromerig, terwijl een hogere dosering kan leiden tot een zogeheten K-hole. De gebruiker is zich amper bewust van zijn omgeving en kan moeilijk of nauwelijks bewegen.
Een lage dosering van ketamine wordt ook als partydrug gebruikt, waarbij de gebruiker door de lichte dromerigheid en verzwakking van lichamelijke prikkels meer in de muziek kan opgaan. Hogere doses zijn psychedelisch van aard en vereisen dat de gebruiker gaat liggen omdat bewegingen, evenwicht en tastzin sterk verstoord kunnen worden door de verdovende eigenschappen van Ketamine. Ketamine wordt dan ook geclassificeerd als dissociatief psychedelicum, omdat het de gebruiker losmaakt van de waarnemingen van zijn lichaam.
Ketamine zorgt in lage dosering voor een roes die lijkt op die van alcoholgebruik, men is zweverig en relaxed. In hogere doseringen treedt meer dissociatie op, ofwel het gevoel dat lichaam en geest gescheiden zijn. De gebruiker heeft het gevoel dat hij in een andere realiteit zit. Het lichaam voelt anders aan en het lijkt alsof je lichaam niet meer van jou is. Soms ervaren mensen een uittreding buiten het lichaam. Sommige mensen ervaren hele sterke effecten. Er kunnen hallucinaties optreden.
Bijwerkingen van ketamine zijn onder andere duizeligheid, misselijkheid, verwardheid en soms een ‘bad trip’ zoals die ook bij paddo’s en LSD wordt gezien. Wanneer alleen ketamine wordt gebruikt, treden zelden problemen met de ademhaling op, de ademhaling stopt meestal niet tijdens stoornissen in het bewustzijn.
Ketamine is van oorsprong een medicijn met pijnstillende en bewustzijnsverlagende eigenschappen dat tijdens operaties wordt gebruikt. Ketamine wordt als drug gebruikt in poedervorm of als injectievloeistof. Ketamine wordt meestal gesnoven, maar sommige gebruikers nemen het ook oraal of rectaal. De injectievloeistof kan zowel in de bloedvaten als in de spieren worden geïnjecteerd.
Na injectie werkt ketamine binnen 30 seconden, waarbij het effect 10 tot 30 minuten aanhoudt. Bij inname van het poeder (door snuiven) treedt de eerste werking na ongeveer 20 minuten op en houdt ongeveer 1-2 uur aan.
De dosering van de drug ketamine luistert heel nauw. Het verschil tussen een lage, gemiddelde en hoge dosis is niet groot, waardoor zelfs ervaren gebruikers snel ‘bad’ kunnen gaan op dit middel. Lichte doseringen hebben een opwekkend effect. Bij hoge doseringen kan de gebruiker in een levensbedreigende coma raken. Van ketamine gebruikt men veel minder ten opzichte van bijvoorbeeld cocaïne. Hoe meer de gebruiker neemt hoe sterker de verdovende, dissociatieve en hallucinogene effecten van ketamine zullen zijn.
Gebruikers van ketamine kunnen verschillende verschijnselen en gedrag tonen, sterk afhankelijk van de dosering. Bij lage doseringen kunnen gebruikers zich gedragen zoals bij een alcohol roes, waarbij ze wat zweverig en ontspannen zijn. In hogeren doseringen kunnen gebruikers bewustzijnsdalingen laten zien. Vaak is er sprake van een snellere hartslag (tachycardie) en afwijkende oogbewegingen (nystagmus).
Ketamine combineren met andere verdovende drugs zoals alcohol, GHB, valium, enzovoort zorgen voor een extra versterking van het verdovend effect.
Ketamine en alcohol: werken beiden dempend op het zenuwstelsel, grotere kans op stoornissen in het bewustzijn en vermindering van de ademhaling.
Ketamine met amfetamines of XTC: werken beiden stimulerend op het hart- en vaatstelsel. Kan leiden tot hartinfarct en hartritmestoornissen.
Ketamine met paddo’s/LSD: onvoorspelbare reacties.
Onderstaande bevindingen kun je aantreffen bij een patiënt met een ketamine intoxicatie.
Airway Meestal geen problemen, tenzij braken of overmatige speekselproductie.
Breathing Meestal normale ademhaling.
Circulation Tachycardie en hypertensie
Disability Bewusteloosheid. Nystagmus
Exposure Hyper/hypothermie
Overig Toename speekselproductie.
Waarschuw direct de CP/MME/andere aanwezige collega en bel zo nodig 1-1-2 bij stoornissen in de vitale functies. Breng de patient naar een rustige ruimte en stel hem gerust. Indien het bewustzijn is gedaald, zorg voor een vrije luchtweg; leg de zorgvrager in de stabiele zijligging of gebruik eventueel de (trauma) kinlift of trauma jaw thrust.
Aan het gebruik van ketamine zitten aardig wat risico’s. Zo ontstaat er snel een overdosering, waarbij bewusteloosheid, angst, verwarring en desoriëntatie kunnen ontstaan. Opmerkelijk is dat bij frequent gebruik de gebruiker een vergroot risico heeft om hevig geestelijk afhankelijk te raken van deze drug. Het is niet mogelijk om lichamelijk aan ketamine verslaafd te raken. Na het stoppen van het gebruik vertoont het lichaam geen ontwenningsverschijnselen. Verder kan een gebruiker zich bezeren zonder daarbij pijn te voelen. Dit heeft te maken met het verdovende effect van ketamine. Bij regelmatig gebruik kan ketamine zorgen voor urologische klachten. Dit komt doordat er te veel ontstekingsstoffen en ontstekingscellen vrijkomen in de blaaswand. Deze stoffen beschadigen de cellen. De gevolgen kunnen onder andere zijn: continue aandrang, pijn bij het plassen, bloed bij de urine, te vaak moeten plassen tot aan ernstige onherstelbare schade aan de blaas.
Stofnaam: gammahydroxyboterzuur
Groep: verdovende middelen
Andere namen: rape drug, georgia home boy, salty water, easy lay, Liquid XTC
Gammahydroxyboterzuur (GHB) is een eenvoudige stof die makkelijk verkrijgbaar en simpel te bereiden is. Het recreatief gebruik van GHB heeft het afgelopen decennium een grote vlucht genomen. Gebruik leidt in eerste instantie tot euforie en libidoverhoging, waardoor het populair is binnen de partyscene. De werking leidt tot slaperigheid, spierontspanning en angstdemping. Bij hoge doseringen kan een diepe bewusteloosheid optreden. Sinds 9 mei 2012 staat het middel GHB op lijst 1 van de Opiumwet. GHB wordt in Nederland meestal verkocht als een kleurloos drankje in een plastic buisje, in een klein flesje of heel soms als poeder. Het gebruik van vloeibare GHB is de meest voorkomende variant omdat de productie vrij simpel is en even effectief als bijvoorbeeld de poedervariant. De smaak van GHB wordt door de meeste gebruikers als zoutig ervaren. Er is veel aandacht geweest voor het toedienen van GHB in drankjes. Het feit dat het moeilijk te herkennen is komt, doordat de smaakpupillen vaak verdoofd zijn door de alcohol. Als de gebruiker GHB neemt zonder te hebben gedronken, proeft de gebruiker het zoutige effect van de GHB beter. Het gebruik van GHB komt in diverse settingen voor. Niet alleen in de partyscene maar ook thuis en op kleinere feesten.
GHB heeft een dempende werking op de hersenen en kan euforie opwekken. Het effect is afhankelijk van de hoeveelheid die is ingenomen. In lage dosering zorgt GHB voor ontspanning, opgewekte stemming, angstreductie, stoned gevoel en soms voor versterking van seksuele gevoelens. Bij hogere doseringen heeft de dempende werking de overhand en wordt men slaperig en valt men in een diepe slaap.
GHB kan misselijkheid geven en leidt soms tot (hevig) braken en zweten. Daarnaast kan er verwardheid en roekeloosheid optreden. Na een diepe slaap worden gebruikers vaak plotseling wakker, waarbij ze soms agressief zijn. Er is vaak geheugenverlies voor alles wat er na inname van is GHB gebeurd.
GHB wordt over het algemeen gebruikt in vloeibare vorm en is een heldere kleurloze en geurloze vloeistof die erg zout smaakt. Soms wordt GHB ook als poeder gezien.
GHB wordt vaak zelf gemaakt of gemengd, waardoor de sterkte zeer wisselend is en het lastig is om GHB juist te doseren. GHB wordt soms gebruikt als verkrachtingsdrug, mede omdat gebruikers zeer ontremd en seksueel opgewonden raken.
GHB wordt met name in de privésfeer gebruikt, maar duikt ook op bij dancefeesten en in het uitgaansleven. Er kan sprake zijn van dagelijks gebruik en verslavingsproblematiek.
GHB gebruik op een lege maag komt harder aan dan op een gevulde maag. Dat komt doordat de GHB in een lege maag sneller opgenomen wordt dan in een volle maag. Hierdoor is de hoeveelheid GHB in het bloed hoger bij een lege maag. Als men GHB op een volle maag neemt kan het langer duren voordat de gebruiker de effecten gaat merken. GHB wordt vaak verkocht in buisjes van 5 ml en een gemiddeld buisje bevat ongeveer 2 gram GHB.
Als GHB uitsluitend met water is vermengd geldt dat, hoe stroperiger de vloeistof des te meer GHB erin zit. Als er GBL (grondstof voor de productie van GHB) in de vloeistof zit wordt de verdoving velen malen sterker. De werking van GBL is grofweg twee keer zo sterk als GHB. De genoemde doseringen van GHB moeten dus bij GBL worden gehalveerd.
GHB is van oorsprong een narcosemiddel, dat vooral bij dieren wordt gebruikt. GHB heeft een dempende werking op de hersenen. Het effect en de werkingsduur van GHB zijn sterk afhankelijk van de hoeveelheid die is ingenomen in relatie tot het postuur van de gebruiker. Doorgaans werkt GHB binnen 10-20 minuten na inname en houdt de werking 1-3 uur aan. Tot 2-4 uur na inname zijn na-effecten merkbaar.
Zoals eerder benoemd is het doseren van GHB moeilijk en daardoor risicovol. Het verschil tussen een dosis met gewenste effecten en een dosis met ongewenste effecten is klein. Een klein beetje extra is voor velen al onaangenaam en veel sterker dan iemand wil. Sommigen reageren sterker op GHB en overdosering is daardoor makkelijker. Als beginner met GHB kan men niet dezelfde dosis nemen als iemand die dat vaker doet. In de praktijk is gebleken dat na regelmatig gebruik van GHB men aan het middel gewend raakt en meer neemt om hetzelfde gewenste effect te ervaren (tolerantieontwikkeling).
Gebruikers van GHB komen meestal pas op een zorgpost terecht als zij een overdosering hebben genomen of als GHB gecombineerd is met andere middelen. Het bewustzijn kan wisselend zijn, van slaperigheid tot diepe bewusteloosheid. GHB lijkt in lage doseringen op (overmatig) alcoholgebruik. Het bewustzijn is enige tijd wisselend, waarna de gebruiker ‘out’ gaat en enige tijd bewusteloos is. Het wakker worden verloopt meestal abrupt. Soms wordt de gebruiker agressief wakker, zeker bij combinatiegebruik met een stimulerend middel. Soms zijn gebruikers misselijk en braken ze.
GHB en alcohol: versterken elkaars dempende effecten en er is een grotere kans op het optreden van stoornissen in het bewustzijn en ademhalingsstoornissen. De gebruiker gaat sneller braken en kan hierbij braaksel in de longen krijgen (aspiratie).
GHB en XTC: XTC vermindert de remmende werking van de GHB, waardoor men snel te veel GHB inneemt. Er treedt makkelijker bewusteloosheid op. Daarnaast zorgt GHB voor versterking van de bewustzijnsveranderende eigenschappen van de XTC.
GHB en cannabis: beide middelen werken verdovend. Er is echter niet veel bekend over gecombineerd gebruik.
Benader de patiënt met een (vermeende) GHB intoxicatie middels de ABCDE methodiek. Ben daarbij bedacht op onderstaande mogelijk afwijkende bevindingen:
Airway Afwezige luchtwegreflexen, snurken. Braken.
Breathing Afname ademfrequentie, ademstilstand.
Circulation Bradycardie.
Disability Afhankelijk van hoeveelheid: opwinding, agressie, vergeetachtigheid, duizeligheid, slaperigheid, ongecoôrdineerde bewegingen. Bewusteloosheid, epileptische aanval. Plotseling wakker worden.
Exposure Hypothermie.
Overig Spierzwakte, misselijkheid, braken.
Waarschuw direct de CP/MME/andere aanwezige collega en bel zo nodig 1-1-2 bij stoornissen in de vitale functies. Breng de patiënt naar een rustige ruimte en stel hem gerust. Indien het bewustzijn is gedaald, zorg voor een vrije luchtweg; leg de zorgvrager in de stabiele zijligging of gebruik eventueel de (trauma) kinlift of trauma jaw thrust. Verwijder zo nodig braaksel uit de mondholte. Bescherm hem tegen (verdere) afkoeling.
GHB is moeilijk te doseren en de marge tussen de werkzame dosering en overdosering is klein. Men neemt snel te veel in waardoor bewustzijnsverlies optreedt en soms de ademhaling stopt, de bloeddruk kan dalen en zelf een hartstilstand kan ontstaan. Alcohol versterkt dat effect. Doordat gebruikers van GHB snel braken kan er braaksel in de longen komen.
Daarnaast is GHB zeer verslavend en gebruikers kunnen vaak niet zelf stoppen. Hulpverleners van de verslavingszorg kunnen hierbij helpen.
Stofnaam: Cannabis, werkzame stof tetrahydrocannabinol (THC)
Groep: verdovend, geestverruimend, waarnemingsveranderend
Andere namen: Wiet, Weed, Marihuana
Cannabis is afkomstig van de hennepplant ofwel de cannabis sativa. De gedroogde bloemtoppen worden wiet of marihuana genoemd. Daarnaast kunnen uit de bloemtoppen bruine plakjes hars worden geperst, die hasj wordt genoemd.
Het chemisch bestanddeel dat een invloed heeft op het menselijk bewustzijn is de stof tetrahydrocannabinol (THC). Strafrechtelijk worden in Nederland cannabis, en daarvan afgeleide producten, tot de softdrugs gerekend. In veel andere landen wordt er geen onderscheid gemaakt tussen soft- en harddrugs en staan er strenge straffen op. Medicinale cannabis wordt door sommige mensen om medische redenen gebruikt.
Cannabis zorgt globaal voor een verdovend en ontspannend effect. De spieren raken ontspannen, de gebruiker voelt zich relaxed en loom, ook wel ‘stoned’ genoemd. Men maakt makkelijker contact en beleeft contacten meer intens. Gevoelens worden versterkt, dat kan positief zijn. Als iemand neerslachtig is en cannabis gebruikt kan hij zich juist slechter gaan voelen. Daarnaast verandert de waarneming, ervaringen kunnen intenser worden beleefd, voedsel smaakt anders en geestverruiming zorgt voor bijzondere en creatieve gedachten. De concentratie verbetert, maar kan ook verslechteren. Cannabis wekt soms eetlust op, waardoor de zogenaamde ‘vreetkick’ ontstaat. Soms is er misselijkheid. Het kortetermijngeheugen kan licht verstoord zijn. Bij inname van grote hoeveelheden cannabis, bijvoorbeeld doordat men te veel heeft gegeten van de spacecake, kan verwardheid, angst en paniek ontstaan. De gebruiker is dan in zichzelf gekeerd en reageert nauwelijks meer op zijn omgeving. Mensen met psychische problemen reageren vaak heftiger op cannabis en kunnen sneller in paniek raken of een psychose krijgen.
Bij roken van cannabis kunnen ademhalingsproblemen en hoestklachten ontstaan. Mensen met astma of COPD zijn hier gevoeliger voor.
Cannabis kan op meerdere manieren gebruikt worden. Cannabis wordt het meest gerookt in een mengeling van verkruimelde hennepbloesem en tabak. De cannabis kan ook ‘puur’ gerookt worden als joint of in verschillende soorten pijpen, zoals een waterpijp. Cannabis kan ook in voedsel verwerkt worden. Een bekend voorbeeld is de spacecake, waarbij de bloesem of hars (hasj) meegebakken wordt in een gewone cake. Wietboter of wietroom bestaan uit dierlijke vetten die hebben getrokken in een wietbad, waardoor de THC zich aan het vet hecht.
Het belangrijkste werkzame bestanddeel van cannabis is THC, maar er zijn nog zo’n 60 andere werkzame stoffen in cannabis aanwezig. In Nederland gekweekte hasj en wiet bevatten veel meer THC dan hasj en wiet uit andere landen. Onze hasj en wiet zijn dus veel sterker, wat soms leidt tot overmatige inname door mensen die de hoge concentraties niet gewend zijn. Wanneer hasj en wiet worden gerookt zal de gebruiker binnen enkele minuten al effect bemerken. De THC wordt via de longblaasjes snel opgenomen in de bloedsomloop en bereikt snel de hersenen. Hierdoor is het effect over het algemeen goed te doseren. Wanneer cannabis wordt gedronken of gegeten, is het vaak veel lastiger om de gebruikte hoeveelheid goed in te schatten. De opname via het maagdarmstelsel duurt langer, soms duurt het wel tot een uur voordat men iets merkt. Dit heeft als risico dat men tussendoor extra inneemt en dus te veel binnenkrijgt. Bij orale inname houdt het effect veel langer aan dan bij roken of verdampen, soms wel tot 24 uur.
THC bindt zich in de hersenen op de ‘cannabinoïde receptoren’, die op veel plaatsen in het brein aanwezig zijn. Door inname van THC wordt er meer endorfines aangemaakt die ervoor zorgen dat mensen zich gelukkiger (of euforisch) gaan voelen.
Gebruikers van cannabis zijn loom, relaxed en soms wat traag. Er kan een vrolijke stemming zijn, maar de gebruiker kan ook depressief of neerslachtig zijn.
Verschijnselen van overdosering zijn een snelle hartslag, spierzwakte, tremoren, trillen en rillen, ongecoördineerde bewegingen, bloeddoorlopen ogen en niet kunnen plassen.
Cannabis en alcohol: versterken elkaars effect. Eerder controleverlies, kans op het optreden van een black-out. Kans op misselijkheid, overgeven en hoofdpijn (kan zeer plotseling optreden). Verslechtering van motorische vaardigheden. Er treedt sneller achterdocht op.
Cannabis en cocaïne: cannabis kan de scherpe kanten van een cocaïne-rush verminderen. De combinatie is echter niet erg logisch, omdat cannabis rustgevend en relaxend werkt, terwijl cocaïne juist zorgt voor een opwekkend effect.
Cannabis en amfetamine/speed: cannabis kan de scherpe kanten van de speed verzachten. De kans op het optreden van een angst en onrust is bij gecombineerd gebruik groter.
Cannabis en XTC: cannabis verbetert de ervaring van het XTC gebruik. De XTC werkt sneller en het maakt de rush beter beheersbaar.
Cannabis en paddo’s: gecombineerd gebruik van cannabis en paddo’s kan leiden tot een hele heftige reactie of ‘bad trip’. Soms treden flashbacks op.
Benader de patiënt met een (vermeende) cannabis intoxicatie middels de ABCDE methodiek. Ben daarbij bedacht op onderstaande mogelijk afwijkende bevindingen:
Airway Geeft meestal geen problemen.
Breathing Roken kan benauwdheid geven, hoestklachten, soms piepende ademhaling en uitlokken astma of COPD aanval.
Circulation Tachycardie.
Disability Veranderde waarneming, verwardheid, angst. Bewusteloosheid bij grote hoeveelheid. Soms opwinding.
Exposure Hypothermie (zelden)
Overig Rode bloeddoorlopen ogen, bleek gelaat, soms rillerigheid of trillende handen. Slappe spieren. Misselijkheid, braken, diarree.
Waarschuw direct de CP/MME/andere aanwezige collega en bel zo nodig 1-1-2 bij stoornissen in de vitale functies. Breng de patiënt naar een rustige ruimte. Stel de patiënt gerust, meestal verbeteren de klachten binnen één uur. Geef hem iets zoets te drinken, indien hij goed aanspreekbaar is. Indien het bewustzijn is gedaald, zorg voor een vrije luchtweg; leg de zorgvrager in de stabiele zijligging 0f gebruik eventueel de (trauma) kinlift of trauma jaw thrust.
Zowel onder beginnende- als regelmatige cannabisgebruikers komen soms acute psychiatrische stoornissen voor. De kans erop neemt toe door specifieke persoonlijkheidskenmerken en onderliggende psychiatrische stoornissen, welke door cannabisgebruik naar de oppervlakte komen. Paniekaanvallen, depersonalisatie (‘je vreemd voelen’) en paranoia zijn de meest gebruikelijke symptomen die gerelateerd worden aan cannabisgebruik. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om afhankelijk te raken van het gebruik van cannabis. Dit komt onder andere door het hoge THC-gehalte.
Stofnaam: 3,4-methyleendioxidemethamfetamine
Groep: opwekkend, entactogeen (makkelijk contact maken)
Andere namen: love drug, E, duifjes, crank, cristal, ice, speed, jeff, XTC, bennies, uppers, cross tops, black beauties, dexies, pep pills, co-pilots, bumblebees, hearts, footballs, perf
De chemische stofnaam MDMA staat voor 3,4-methyleendioxymethamfetamine. Ecstasy of xtc is de straatnaam voor pillen of poeders die onder meer deze stof MDMA bevatten. Deze tabletten bevatten soms ook andere stoffen dan MDMA. De stof MDMA staat sinds 1988 op Lijst 1 (harddrugs) van de Nederlandse Opiumwet.
MDMA is één van de meest gebruikte synthetische drug. Gebruikers van MDMA ervaren geen lichamelijke verslaving of psychisch verslavende werking. Wel is het zo dat het gebruik van MDMA door de gebruiker niet los gezien kan worden van, bijvoorbeeld, een dance-event.
Net als de amfetamines geeft XTC een opwekkend en stimulerend gevoel en vergroot het uithoudingsvermogen van de gebruiker. XTC heeft echter ook andere effecten op het bewustzijn: het vergroot de behoefte aan contact en aanraking en geeft een verliefd gevoel. Gebruikers voelen sterk de behoefte om elkaar aan te raken en te knuffelen (entactogeen). Vaak is er euforie en de beleving van muziek is veel intenser.
XTC geeft vaak ook lichamelijke bijwerkingen, zoals hoofdpijn, misselijkheid, zweten, snelle hartslag, hartkloppingen en pijn op de borst. Soms zijn er hallucinaties. Bij overdosering kan een epileptisch insult optreden.
De eetlust en de slaapbehoefte worden door het gebruik van MDMA onderdrukt, terwijl het gevoel van dorst toeneemt, zelfs wanneer het lichaam geen watertekort heeft. Dit kan leiden tot consumptie van te grote hoeveelheden water. Dat kan uiteindelijk leiden tot een verlaagde natriumconcentraties in het bloed, en uiteindelijk hersenoedeem en zelfs de dood. Tevens gaat de lichaamstemperatuur omhoog. Dit is afhankelijk van verschillende omstandigheden, zoals buitentemperatuur en de mate van activiteit van de gebruiker. Het gaat dan om een paar tienden tot één of twee graden Celsius.
XTC is een chemische drug, waarvan de stofnaam MDMA is. Qua chemische structuur hoort XTC tot de groep amfetamines, al zijn de effecten en werking deels verschillend. XTC is een van de meest bekende en meest gebruikte partydrugs en wordt doorgaans gebruikt in tablet- of capsulevorm, waarbij vele soorten en kleuren tabletten verkrijgbaar zijn. Tabletten worden oraal of rectaal ingenomen. Daarnaast is er ook XTC in poedervorm, waarbij het poeder opgelikt wordt. Het poeder wordt zelden gesnoven. XTC tabletten worden soms versneden, dat wil zeggen dat er andere (giftige) stoffen aan toegevoegd kunnen zijn. Meestal is niet aan de tablet te zien wat precies de inhoud of sterkte is.
Na inname van XTC ervaren gebruikers meestal meerdere fasen met verschillende lichamelijke en geestelijke effecten. Ongeveer 20-40 minuten na inname is er de ‘mellow’-fase, waarbij men zich ontspannen en zweverig voelt, warme gevoelens ervaart en tintelingen door het hele lichaam. Soms is er onrust en angst. Na ongeveer twee uur treedt de ‘rush’fase in, waarbij de gebruiker veel energie krijgt. De spieren spannen aan en men zweet flink.
Als de werking van de XTC afneemt komt de ‘coming down’-fase, waarbij vermoeidheid optreedt en soms neerslachtigheid en depressieve gevoelens komen. De spieren zijn stijf, er is klappertanden en soms voelt men hartkloppingen. Na 4 tot 6 uur is de XTC meestal weer uitgewerkt. Een paar dagen na inname van XTC ervaren sommige gebruikers gevoelens van neerslachtigheid en verdriet, de zogenaamde ‘dip’.
In de hersenen zorgt XTC voor een verhoging van de serotonine, een stof die met name zorgt voor een goede stemming. Doordat XTC zorgt voor verhoogd gebruik van serotonine, treedt na gebruik een tekort aan serotonine op waardoor de neerslachtige gevoelens ontstaan.
Gebruikers van XTC vragen doorgaans laagdrempelig hulp. Ze zijn open, maken makkelijk contact en vertellen veel. Meestal werken ze goed mee met de zorgverlener. Soms zijn ze erg aanrakerig. Ze hebben veel kleine klachten. XTC-gebruikers drinken vaak veel water.
XTC en alcohol: kan leiden tot ernstige uitdroging door oververhitting en vochtverlies. Vaak treedt er hoofdpijn op. Alcohol vermindert het effect van XTC waardoor er een risico is op overdosering.
XTC en speed of cocaïne: de combinatie van XTC met speed is zeer gevaarlijk. Er treedt ernstige uitputting van het lichaam op waarbij schade ontstaat aan hart en bloedvaten. Er is een vergrote kans op hersenletsel. Beide drugs zorgen voor een toename van de lichaamstemperatuur, waardoor oververhitting kan optreden met ernstige stoornissen in de vitale functies.
XTC en GHB: de combinatie van XTC met GHB geeft een verhoogde ontremming. Vanwege de stimulerende werking van XTC zal men minder snel out gaan als gevolg van de GHB. Het risico is echter aanwezig dat wanneer de XTC is uitgewerkt terwijl er nog veel GHB aanwezig is, men alsnog het bewustzijn verliest. GHB-gebruik na XTC zou de werking van de XTC mogelijk verlengen.
XTC en cannabis: de stijging van lichaamstemperatuur is groter wanneer MDMA gecombineerd wordt met cannabis.
Benader de patiënt met een (vermeende) MDMA intoxicatie middels de ABCDE methodiek. Ben daarbij bedacht op onderstaande mogelijk afwijkende bevindingen:
Airway Droge mond. Bedreigde luchtweg bij bewusteloosheid. Kaakklem.
Breathing Tachypneu. Benauwdheid.
Circulation Tachycardie, hypertensie, pijn op de borst.
Disability Opwinding, agressie, angst, hallucinaties, motorische onrust, insulten. Verwijde pupillen.
Exposure Hyperthermie.
Overig Stijve spieren, tandenknarsen, kauwbewegingen met de kaken. Klappertanden. Snelle oogbewegingen. Trillen, Zweten.
Waarschuw direct de CP/MME/andere aanwezige collega en bel zo nodig 1-1-2 bij stoornissen in de vitale functies. Breng de patiënt naar een rustige ruimte en stel hem gerust. Indien het bewustzijn is gedaald, zorg voor een vrije luchtweg; leg de patiënt in de stabiele zijligging of gebruik eventueel de (trauma) kinlift of trauma jaw thrust. Geef de patiënt indien hij goed aanspreekbaar is voldoende te drinken en eten. Indien hij/zij hoofdpijn heeft, beoordeel of er sprake is van oververhitting. Verwijder warme kleding bij oververhitting. Koel het hoofd en het lichaam van de patiënt af met koud water (zie koelprotocol).
XTC kan (ook bij inname van een normale hoeveelheid) leiden tot hyperthermie en de levensgevaarlijke hitteberoerte. Hyperthermie ontstaat als een direct gevolg van de serotoninestimulatie door MDMA, gefaciliteerd door een warme omgeving en langdurige fysieke activiteit. Hierbij ziet men verwardheid, stijve spieren, hoofdpijn, misselijkheid, braken, duizeligheid, tachycardie. De huid is vaak bleek, maar kan ook rood en warm zijn. Soms treden insulten op. Snel starten met actief koelen met in ijswater gedrenkte handdoeken of een koelbad is van levensbelang.
Om het risico op oververhitting te verminderen is het aan te raden voldoende isotone dranken te drinken. Geen water, met het oog op een watervergiftiging! Bovendien verdient het de aanbeveling regelmatig rust en een koele omgeving op te zoeken.
XTC zorgt voor toename van de dorstprikkel door vocht- en zoutverlies via zweten, en voor verminderde uitscheiding van water via de nieren door toegenomen afgifte van het antidiuretisch hormoon (ADH). Dit heeft als gevolg dat het zoutgehalte in het bloed daalt (hyponatriëmie), met levensbedreigende zwelling van de hersenen (hersenoedeem) als mogelijk gevolg). Mogelijk zijn vrouwen gevoeliger voor het optreden van hyponatriëmie en hersenoedeem. De belangrijkste klachten hierbij zijn: hoofdpijn, misselijkheid, duizeligheid, sufheid en in ernstige gevallen epileptische aanvallen, bewusteloosheid en uiteindelijk overlijden.
Stofnaam: amfetamines
Groep: stimulerende middelen
Andere namen: speed, Crystal, ice, meth, pep, snelle
Amfetamine is een synthetisch drug. Het gebruik is zowel lichamelijk als geestelijk verslavend. Daarnaast werkt amfetamine stimulerend en bevordert slapeloosheid. Na het gebruik kunnen mensen angstig en onrustig worden, doordat ze de slaap niet kunnen vatten. Ook vermindert het gebruik van amfetamine de lust tot eten of drinken. Amfetamine werd vroeger dan ook wel toegepast als vermageringsmiddel, maar dat is tegenwoordig verboden. Ook werd het toegepast als doping in de sport.
Amfetamines en speed hebben een stimulerende werking, vergroten alertheid, verminderen vermoeidheid en vergroten het uithoudingsvermogen. Het zelfvertrouwen neemt toe en soms overschat men het eigen kunnen. Door stimulatie van het zenuwstelsel en het vrijkomen van adrenaline treden bij gebruik veel lichamelijke effecten op die door gebruikers als zeer onaangenaam kunnen worden ervaren. Zo ontstaat er een gejaagd en onrustig gevoel en hartkloppingen. Als het effect van de amfetamine afneemt, slaat de vermoeidheid toe.
Omdat amfetamines zorgen voor het opjagen van het zenuwstelsel waardoor onder andere de hartslag en de bloeddruk toenemen, kan het leiden tot levensgevaarlijke hartritmestoornissen.
Mensen die amfetamine gebruikt hebben, hebben veel energie; ze praten heel veel en hebben last van onwillekeurige bewegingen van het lichaam. Ze zweten meer en kunnen soms last krijgen van hoofdpijn.
Amfetamines zijn synthetische drugs. Sommige amfetamineachtigen zijn overigens wel afgeleid van natuurlijke stoffen. Er bestaan meerdere varianten van amfetamines doordat kleine veranderingen in de chemische structuur kunnen worden aangebracht.
Amfetamine komt in Nederland voor als poeder-, capsule of tabletvorm. Speed wordt meestal in poedervorm gebruikt, maar kan ook versneden zijn in tabletten met andere drugs. Het wordt oraal ingenomen, gesnoven en kan ook worden gespoten. Methamfetamine (‘crystal meth’ of ‘meth’), wat voornamelijk in de Verenigde Staten gebruikt wordt, wordt doorgaans gesnoven of gespoten en wordt in de (Europese) partyscene minder gezien. Methamfetamine kan daarnaast ook gerookt worden. Amfetamine, die voornamelijk in EU-landen onder de naam ‘speed’ wordt verkocht, kan niet gerookt worden. Methamfetamine heeft meer de vorm van kristallen en is dus harder, dit in tegenstelling tot speed dat vaak poederachtig van vorm is. Als de laatstgenoemde nog nat is (vers), dan lijkt het een soort pasta en kan dan niet (of moeilijk) worden gesnoven.
Bij inname van een tablet duurt het ongeveer 30 minuten voordat een effect optreedt. Bij snuiven of injectie treedt de werking al binnen 5-10 minuten op. Het effect van amfetamines houdt lang aan, meestal is het binnen 6 tot 12 uur uitgewerkt. Amfetamines remmen de opname van verschillende stoffen die zorgen voor zenuwgeleiding in de hersenen, waardoor deze zenuwen als het ware ‘aan’ blijven staan. Amfetamines zorgen voor verhoogd energieverbruik in het lichaam. Methamfetamine werkt sterker dan amfetamine.
Bij (overmatig) speedgebruik komen gebruikers vaak pas laat hulp vragen. Ze zijn erg opgefokt en zijn hard voor zichzelf. Er kan sprake zijn van diverse psychiatrische symptomen, zoals vluchtgedrag, wanen en angsten. Er kan hevige opwinding zijn. Bij overdosering wordt extreme onrust, paniek en verwardheid gezien. Vaak is er sprake van achterdocht.
Amfetamines en alcohol: de werking van alcohol wordt door gebruik van amfetamines minder voelbaar. Men kan meer drinken voordat men dronkenschap ervaart. Dit leidt echter tot agressie en oververhitting. Psychische problemen treden eerder op.
Amfetamines en cannabis: de combinatie van amfetamines en cannabis kan de werking van amfetamines verzachten. De kans op psychische problemen, angst en onrust neemt echter toe.
Amfetamines en cocaïne of XTC: deze middelen werken stimulerend. Gecombineerd gebruik leidt tot overbelasting van het hart- en vaatstelsel. Dit kan leiden tot ernstige hartritmestoornissen, hartinfarct en beroerte. Hevige uitputting bij gebruik van amfetamines met XTC of cocaïne kan voorkomen, samen met uitdroging en oververhitting.
Amfetamines en GHB: beide drugs kunnen zorgen dat er meer seksuele opwinding ervaren wordt. Mensen kunnen met name op seksueel gebied meer doen en toelaten dan ze eigenlijk van plan waren. De combinatie speed en GHB is lastig te doseren. De dosering van GHB luistert nauw. Door de oppeppende effecten van speed merkt men de dempende en verdovende werking van GHB minder goed.
Benader de patiënt met een (vermeende) amfetamine intoxicatie middels de ABCDE methodiek. Ben daarbij bedacht op onderstaande mogelijk afwijkende bevindingen:
Airway Droge mond.
Breathing Tachypneu.
Circulation Tachycardie, hartritmestoornissen.
Disability Wijde pupillen. Bij overdosering insulten, bewusteloosheid.
Exposure Hyperthermie.
Overig Onrust, rusteloosheid, opgejaagdheid, kauwbewegingen, tandenknarsen, zweten, spiertrekkingen, hoofdpijn.
Wees bedacht op onverwachte agressie. Waarschuw direct de CP/MME/andere aanwezige collega en bel zo nodig 1-1-2 bij stoornissen in de vitale functies. Breng de patiënt naar een rustige ruimte en stel hem gerust. Indien het bewustzijn gedaald is, zorg voor een vrije luchtweg; leg de patiënt in de stabiele zijligging of gebruik eventueel de (trauma) kinlift of trauma jaw thrust. Start bij hyperthermie met actief koelen (zie koelprotocol).
Amfetaminegebruik kan leiden tot ernstige lichamelijke problemen, waaronder hart-, nier- en leverfalen. Ook psychische klachten, zoals paranoïde wanen, zijn beschreven. Daarnaast kunnen na gebruik op langere termijn erectieproblemen ontstaan. Vaak wordt gedacht dat amfetamine een vast bestanddeel is van XTC-tabletten, wat nauwelijks voorkomt.
Stofnaam: cocaïnehydrochloride
Groep: stimulerend
Andere namen: coke, crack, snow, sos, taf, sosa, wit
Cocaïne is een chemische verbinding die wordt gewonnen uit de bladeren van de cocaplant en verder wordt bewerkt tot cocaïne. Cocaïne werd oorspronkelijk op de markt gezet als geneesmiddel, maar wordt tegenwoordig gezien als een zeer verslavende harddrug. Cocaïne stimuleert het centraal zenuwstelsel en onderdrukt het hongergevoel.
Cocaïne heeft een stimulerend effect en zorgt voor een verhoogde stemming en euforie. Men wordt opgewekter, vrolijker en voelt zich gelukkig. Het zelfvertrouwen neemt toe, men krijgt meer energie en heeft een groter uithoudingsvermogen. Vermoeidheid wordt onderdrukt en de gebruiker wordt alerter. Ongewenste effecten van cocaïne zijn onder andere hartkloppingen, onrust, agitatie.
Cocaïne is een van oorsprong natuurlijke drug die afkomstig is van de cocaplant die met name in Zuid-Amerika groeit. Cocabladeren worden al eeuwen door Zuid-Amerikaanse werklui gekauwd omdat het vermoeidheid en eetlust onderdrukt. De cocaïne wordt met een chemisch proces uit de cocabladeren gehaald, waarbij ruwe cocaïnepasta (of cocaïnebase) ontstaat. Hieruit wordt vervolgens cocaïnezout gewonnen. Cocaïne is een wit kristalachtig poeder dat enigszins lijkt op poedersuiker. Cocaïne wordt over het algemeen gesnoven door de neus. Het snuiven van cocaïne gebeurt met name in de uitgaansscene. Daarnaast kan cocaïne worden gerookt in tabak of op een lepel worden verhit waarbij men de dampen opsnuift (basen). Basen van coke is veel heftiger dan snuiven en het effect duurt heel kort, maar enkele minuten. Als het uitgewerkt is heeft iemand enorme trek om een volgende dosis te nemen. Daarom is basen zeer verslavend. Basen is zeer schadelijk voor de longen. Cocaïne wordt soms ook opgelost en in de aderen gespoten. Roken of spuiten van cocaïne komt vooral voor in de verslavingsscene.
Cocaïne wordt steeds vaker versneden met andere middelen, waaronder bakpoeder, melkpoeder en zoetstoffen. Soms wordt het echter versneden met pijnstillers (lidocaïne, benzocaïne) en atropine. Dit kan leiden tot onzuivere en zelfs giftige cocaïne.
Na het snuiven wordt de cocaïne via het neusslijmvlies opgenomen in de bloedbaan, waar het na 3 tot 4 minuten effect heeft en ongeveer 15 tot 30 minuten aanhoudt. Cocaïnebase daarentegen wordt bij roken zeer snel opgenomen in het bloed en bereikt de hersenen binnen 5-10 seconden. Het effect is echter binnen 20-30 seconden weer verdwenen. Wanneer cocaïne gespoten wordt, treedt na ongeveer 15 seconden effect op, wat door de gebruiker wordt gevoeld als een ‘klap’ en houdt ongeveer 2 minuten aan.
Cocaïne zorgt voor het ophopen van dopamine in de hersenen, wat onder andere het beloningscentrum stimuleert. Daarnaast komt meer noradrenaline vrij, waardoor de energie van de gebruiker toeneemt.
Doordat het prettige effect slechts kort duurt, hebben mensen snel behoefte om meer te nemen. Deze craving (trek) is het sterkst bij spuiten en roken, maar ook bij snuiven kan de trek naar meer erg sterk zijn.
Gebruikers van cocaïne zijn doorgaans opgewekt en actief. Ze praten veel en makkelijk. Soms zijn ze rusteloos en opgefokt. Ze zoeken niet zo snel hulp omdat ze veel zelfvertrouwen hebben, maar ook omdat ze soms achterdochtig zijn richting hulpverleners of vrienden. Ze kunnen agressief reageren. Regelmatig gebruik van cocaïne kan leiden tot bloedneuzen wat een reden kan zijn om hulp te zoeken. Bij overdosering kunnen psychoses optreden.
Cocaïne en alcohol: het effect van de alcohol wordt minder gevoeld, dus drinkt men meer. Het hart wordt extra belast, wat kan leiden tot een hartinfarct. De ontremming neemt toe, men is overmoedig en soms agressief.
Cocaïne en heroïne: deze combinatie wordt ‘speedball’ genoemd. Deze combinatie is erg gevaarlijk en kan leiden tot een hartstilstand.
Cocaïne en XTC: omdat beide middelen stimulerend zijn, kan overbelasting en uitputting van het lichaam optreden. Het hart- en vaatstelsel wordt overbelast en er kan een hartinfarct of beroerte optreden, ook bij jonge mensen die niet eerder hartklachten hebben gehad.
Cocaïne en cannabis: cannabis vermindert de werking van cocaïne. Deze combinatie vergroot echter de kans op onrust en angst.
Benader de patiënt met een (vermeende) cocaïne intoxicatie middels de ABCDE methodiek. Ben daarbij bedacht op onderstaande mogelijk afwijkende bevindingen:
Airway Meestal geen bijzonderheden. Bloedneus door veelvuldig snuiven.
Breathing Tachypneu. Benauwdheid. Ademhalingsstoornissen, ademhalingsstilstand.
Circulation Tachycardie. Hartritmestoornissen. Pijn op de borst.
Disability Onrust, uitbundigheid, opwinding. Agressie. Epileptisch insult. Bewusteloosheid. Verwijde pupillen.
Exposure Hyperthermie.
Overig Soms spierspasmen, trillende handen. Soms tandenknarsen.
Waarschuw direct de CP/MME/andere aanwezige collega en bel zo nodig 1-1-2 bij stoornissen in de vitale functies. Breng de patiënt naar een rustige ruimte en stel hem gerust. Indien het bewustzijn gedaald is, zorg voor een vrije luchtweg; leg de patiënt in de stabiele zijligging of gebruik eventueel de (trauma) kinlift of trauma jaw thrust. Bij een snelle hartslag, pijn op de borst, hevige onrust of angst, schakel direct CP/MME/andere aanwezige collega of 1-1-2 in!
Cocaïne jaagt het hart en vaatstelsel op. Dit kan leiden tot overbelasting van het hart, waardoor een hartinfarct kan optreden. Dit kan ook optreden bij jonge mensen.
Cocaïne vormt een belasting voor je hart- en bloedvaten. Dat komt omdat cocaïne de hartslag stimuleert. Het hart heeft meer zuurstof nodig. Tegelijkertijd vernauwt cocaïne de bloedvaten, waardoor het hart minder zuurstof krijgt. In combinatie met alcohol wordt deze belasting groter.
Cocaïne is sterker verslavend dan XTC. Dit komt door de werking op het dopamine systeem.
Door het snuiven van cocaïne raakt het neusslijmvlies geïrriteerd en ontstoken. Cocaïne kan ook in de voorhoofdsholtes komen en daar verstoppingen en hoofdpijn veroorzaken.
Op lange termijn en bij frequent gebruik van cocaïne verandert je omgang met mensen. Je kunt er agiteert en geïrriteerd van worden. Vaak is men extreem op zichzelf gericht. Daarnaast kan langdurig cocaïne gebruik leiden tot gewichtsverlies. Na het stoppen kunnen er depressies optreden die heftig kunnen zijn en enkele weken (of soms nog langer) duren.
Stofnaam: Lysergeenzuurdi-ethylamide
Groep: waarnemingsveranderend, tripmiddelen
Andere namen: LSD
Lysergeenzuurdi-ethylamide (C20H2 N30), bekend als LSD-25 of simpelweg LSD, is een organische verbinding die kan worden gebruikt als drug. LSD werd in 1938 gesynthetiseerd door de Zwitser Albert Hofmann. Het bijzondere van LSD is dat het al bij het innemen van extreem kleine hoeveelheden (25 microgram) een psychoactieve, hallucinogene werking vertoont.
Een LSD trip is meestal gebaseerd op wat er in je leeft, wat je van de trip verwacht, fantasieën en/of angsten (set) of op wat er in de directe omgeving te vinden is (setting). Afhankelijk hiervan kan dit in een zeer positieve of juist zeer negatieve ervaring, een bad trip, resulteren. Een goede inschatting van de set en de setting is daarom essentieel.
Tripmiddelen zoals LSD zorgen voor een sterk veranderde zintuiglijke waarneming en denkprocessen. De wereld wordt anders waargenomen en kleuren zijn intenser, er kunnen aura’s zijn en lijnen en vormen veranderen. Geluiden en geuren worden intenser waargenomen. Gebruikers ervaren synesthesie (horen van kleuren, zien van geluiden). De tijd lijkt veel trager te verlopen. Stemming kan versterkt worden. De gedachtegang verandert, men ziet andere verbanden en soms lijken de gedachten op een psychose. Oude herinneringen en ervaringen kunnen op een nieuwe manier worden beleefd en geïnterpreteerd. Er treedt een soort droomtoestand op. Voorwerpen gaan dingen doen die eigenlijk niet kunnen. De gebruiker ziet, hoort of ruikt dingen die er niet zijn, maar weet dat het niet echt is wat hij ziet. Dit zijn dus geen echte hallucinaties.
De visuele effecten van LSD manifesteren zich zowel met open ogen, als met gesloten ogen. Met open ogen merkt de gebruiker een opvallend sterkere patroonherkenning, ook op plaatsen waar er geen patroon aanwezig is, zoals willekeurige decoratie op een tegel. Bij gesloten ogen kunnen er abstracte patronen in verscheidene kleuren worden waargenomen, alsook concrete beelden die als het ware uit het geheugen worden opgevist zoals cartoonfiguren. Er is soms ook een sterk gevoel van eenheid met het universum of eenheid met de natuur, of met de levende wezens rondom zich. Bij een heel sterke dosis is er een tijdelijk verlies van de persoonlijkheid en ervaringen van uittreding (depersonalisatie).
LSD is een zeer sterk tripmiddel dat meestal in de vorm van kleine velletjes gekleurd vloeipapier of eetbaar papier gebruikt wordt. Het papier bevat een zeer kleine hoeveelheid LSD. LSD wordt gemaakt van lysergeenzuur, een stof afkomstig uit de schimmel moederkoorn.
LSD wordt opgenomen via het maagdarmkanaal en via de slijmvliezen. De eerste werking treedt op binnen 20 tot 60 minuten, waarbij in de eerste twee uur na inname de sterkste bewustzijnsveranderende effecten optreden. Daarna nemen de effecten geleidelijk af. Na ongeveer 12 uur is LSD uitgewerkt.
Het innemen van een kritische dosering (persoonsafhankelijk) heeft geen invloed op de intensiteit van de trip, maar wel op de duur ervan. Het kan zo zijn dat het gedurende 4 tot 14 dagen minder effectief is om opnieuw LSD te gaan gebruiken. LSD geeft namelijk een intense ervaring die de meeste gebruikers niet elke dag willen (her) beleven. Gebruikers ervaren na een sterke LSD-trip nog enige dagen verwardheid. Dit heeft te maken met het feit dat men de opgedane ervaringen moet verwerken.
De werkingsduur van LSD treedt op na 30-60 minuten (orale inname). LSD wordt door de lever snel afgebroken in het lichaam. Na 12- 24 uur is de LSD uit het lichaam verwijderd. Het verwerken van de opgedane ervaringen kunnen nog een langere tijd aanhouden.
Gebruikers zijn door de indrukwekkende en misleidende interpretatie van de omgeving niet altijd in staat om rationeel te denken en een zogenoemde trip sitter of trip guide is altijd sterk aan te raden om de tripper in het oog te houden.
LSD en alcohol: grotere kans op optreden van een ‘bad trip’.
LSD met GHB, XTC of Speed: zeer onvoorspelbare reacties kunnen optreden. Groot risico op hevige angst en een psychose.
LSD en cannabis: grotere kans op het optreden van een ‘bad trip’.
Benader de patiënt met een (vermeende) LSD intoxicatie middels de ABCDE methodiek. Ben daarbij bedacht op onderstaande mogelijk afwijkende bevindingen:
Airway
Breathing
Circulation Tachycardie.
Disability Wijde pupillen. Angst.
Exposure Lichte stijging van de lichaamstemperatuur.
Overig Buikpijn, misselijkheid, duizeligheid.
Waarschuw direct de CP/MME/andere aanwezige collega en bel zo nodig 1-1-2 bij stoornissen in de vitale functies. Breng de patiënt naar een rustige ruimte en stel hem gerust. Probeer de gedachten af te leiden, laat hem aan iets leuks denken.
Bad trip: breng de zorgvrager naar een rustige ruimte en stel hem gerust. Laat hem zich niet verzetten tegen de angst. Leg uit dat de angst veroorzaakt wordt door het middel en dat het vanzelf weer overgaat.
Tripmiddelen leiden soms tot ernstige (dodelijke) ongevallen doordat de gebruiker denkt dat hij bijzondere dingen kan of onsterfelijk is. De gebruiker springt bijvoorbeeld uit het raam omdat hij denkt te kunnen vliegen.
Voor mensen die er aanleg toe hebben, kan de drug aanleiding geven tot psychoses. Ze wordt dan ook als gevaarlijk beschouwd voor mensen met psychische klachten. Het kan voorkomen dat mensen in een middelen-gerelateerde psychose raken. Gebruikers die bekend zijn met depressiviteit of schizofrenie wordt sterk afgeraden om dit middel te gebruiken. De episoden bij schizofrenie kunnen hierdoor versterkt worden. Bij de depressiviteit kan LSD, vooral als het middel uitgewerkt is, de gebruiker verder in de negatieve spiraal brengen.
Het is nooit bewezen dat een trip een chronische psychische aandoening kan veroorzaken. Wel kan het zo zijn dat het een in aanleg bestaande psychiatrische aandoening eerder zichtbaar maakt. De meeste LSD-gebruikers die op de spoedeisende hulp terechtkomen hebben vaak alleen maar begripvolle aanmoedigingen en sedatie (benzodiazepine) nodig.
Een trip kan een zeer intense ervaring zijn, en kan soms gepaard gaan met paniek en angst. Vaak wordt dit veroorzaakt doordat de gebruiker het gevoel heeft het contact met de realiteit te verliezen, of zich probeert te verzetten tegen de invloed van het product en er zich niet met overgave aan kan toevertrouwen.
Stofnaam: psylocybine
Groep: waarnemingsveranderend, tripmiddelen
Overige namen: paddo’s, psilo, shroom, magic mushroom
Paddo’s zijn in het begin van de jaren ‘90 populair geworden in Nederland. Paddo’s is ook wel de verzamelnaam voor de psilocybine en psilocinehoudende paddenstoelsoorten. Een groep die vooral bekend is om haar hallucinogene en tevens psychedelische werking.
In december 2008 kwam, bij besluit van de Tweede Kamer, een verbod op de verkoop van de paddo’s. Aanleiding was het aantal incidenten met dodelijke afloop.
Tripmiddelen zoals paddo’s zorgen voor een sterk veranderde zintuiglijke waarneming en denkprocessen. De wereld wordt anders waargenomen en kleuren zijn intenser, er kunnen aura’s zijn en lijnen en vormen veranderen. Geluiden en geuren worden intenser waargenomen. De tijd lijkt veel trager te verlopen. Stemming kan versterkt worden. De gedachtegang verandert, men ziet andere verbanden en soms lijken de gedachten op een psychose. Er treedt een soort droomtoestand op. Voorwerpen gaan dingen doen die eigenlijk niet kunnen. De gebruiker ziet, hoort of ruikt dingen die er niet zijn, maar weet dat het niet echt is wat hij ziet. Dit zijn dus geen echte hallucinaties.
Bij gebruik van paddo’s kan een zogenaamde ‘bad trip’ optreden, waarbij men zichzelf niet meer onder controle heeft, extreem angstig en onrustig is en soms wanen heeft. Men weet niet meer wat echt is en wat niet. Soms treden later herbelevingen op van hallucinaties.
De effecten van de paddenstoel beginnen circa 30-45 minuten na inname en houden ongeveer 4 tot 6 uur aan. Sommigen beschrijven het effect als vergelijkbaar aan het effect van LSD, maar kalmer, goedaardiger en aardser. Andere vinden dat het gevoel van een paddotrip niet te vergelijken is met andere drugs. Hoewel de beleving voor iedereen anders is, zijn er toch een aantal gemeenschappelijke ervaringen die onder invloed van paddo’s ervaren worde
Net als met andere drugs, zoals speed en XTC, kunnen onwillekeurige kaakbewegingen ontstaan.
Bij chronisch gebruik ontstaat geen lichamelijke afhankelijkheid. Na een té regelmatige inname (vaker dan eens per week of enkele weken) verliest de paddenstoel haar effect.
Paddo’s zijn (meestal gedroogde) paddenstoelen en bevatten stoffen als psilocine en psilocybine. Ze worden gegeten of gedronken als thee.
De werking van paddo’s is voornamelijk hallucinogeen. Een vergelijking wordt soms weleens gemaakt met het gebruik van LSD. Bij deze synthetische stof kunnen ze vanwege met name de visuele effecten en veranderingen in sfeerbeleving door de liefhebbers enerzijds ‘profaan’ worden gebruikt als genotmiddel, maar anderzijds door ervaren en ervaren gebruikers ook met diepere bedoelingen: als middel om bijvoorbeeld psychologische, filosofische en spirituele inzichten te verwerven.
Paddo’s worden opgenomen via het maagdarmkanaal, waardoor het eerste effect meestal pas na een halfuur tot een uur bemerkt wordt. De effecten houden meestal 4 tot 6 uur aan.
Gebruikers zijn door de indrukwekkende en misleidende interpretatie van de omgeving niet altijd in staat om rationeel te denken en een zogenoemde trip sitter of trip guide is altijd sterk aan te raden om de tripper in het oog te houden.
Paddo’s en alcohol: grotere kans op optreden van een ‘bad trip’.
Paddo’s met GHB, XTC of Speed: zeer onvoorspelbare reacties kunnen optreden. Groot risico op hevige angst en een psychose.
Paddo’s en cannabis: grotere kans op het optreden van een ‘bad trip’.
Benader de patiënt met een (vermeende) paddo intoxicatie middels de ABCDE methodiek. Ben daarbij bedacht op onderstaande mogelijk afwijkende bevindingen:
Airway
Breathing
Circulation Tachycardie.
Disability Wijde pupillen. Angst.
Exposure Lichte stijging van de lichaamstemperatuur.
Overig Buikpijn, misselijkheid, duizeligheid.
Waarschuw direct de CP/MME/andere aanwezige collega en bel zo nodig 1-1-2 bij stoornissen in de vitale functies. Breng de patiënt naar een rustige ruimte en stel hem gerust. Probeer de gedachten af te leiden, laat hem aan iets leuks denken.
Bad trip: breng de zorgvrager naar een rustige ruimte en stel hem gerust. Laat hem zich niet verzetten tegen de angst. Leg uit dat de angst veroorzaakt wordt door het middel en dat het vanzelf weer overgaat.
Tripmiddelen leiden soms tot ernstige (dodelijke) ongevallen doordat de gebruiker denkt dat hij bijzondere dingen kan of onsterfelijk is. De gebruiker springt bijvoorbeeld uit het raam omdat hij denkt te kunnen vliegen. Door de verandering van de Waarneming is deelname aan snelheidssporten zeer gevaarlijk.
Een paddo kan verkeerd vallen, waardoor de gebruiker een bad trip krijgt. Dit ligt vaak aan de lichamelijke of geestelijke situatie waar de gebruiker zich op dat moment in bevindt. Ook kan het zijn dat de gebruiker zich niet op zijn gemak voelt op de locatie waar de paddo gebruikt wordt. In extreme gevallen kan dit leiden tot het inroepen van zorgprofessionals. Meestal is er sprake van bestaande psychische problemen met een combinatie van verschillende drugs en/of alcohol of slaapgebrek. Ook is er vaak sprake van te hoge doseringen paddo’s of sterke soorten paddo’s.
Als je met iemand in aanraking komt die middelen heeft gebruikt kun je al vanaf het eerste moment heel wat informatie verzamelen. De omgeving waarin je de persoon aantreft, kan al aanwijzingen geven voor de benadering en behandeling van de persoon. Verder kan de houding en het gedrag aanwijzingen opleveren voor mogelijk gebruik van drank en drugs. Je kan de ernst van de situatie inschatten middels onderstaand schema:
Verzeker jezelf ervan dat de situatie veilig is. Een persoon met een overdosis kan, in bepaalde situaties, onvoorspelbaar zijn. Aarzel in zo’n situatie niet om dan professionele hulpverleners, zoals politie, in te schakelen.
Het gebruik van middelen kan diverse lichamelijke en geestelijke reacties laten zien. In bijlage 1 is een opsomming gemaakt van de meest voorkomende gezondheidsverstoringen bij het gebruik van middelen, de zogenaamde toxidromen. Hiermee is, wanneer niet bekend in welk middel of welke combinatie van middelen de patiënt heeft gebruikt, een inschatting te maken van het gebruikte middel en de te verwachten effecten. Dit doet men aan de hand van beoordeling van de hartslag en bloeddruk, de ademhalingsfrequentie, temperatuur, pupilgrootte, peristaltiek en de huid.
Patiënten met een intoxicatie benaderen we altijd met de ABCDE methodiek. Deze methodiek zorgt ervoor dat er geen stoornissen in de vitale functies over het hoofd worden gezien. De zorgverlening bij alcohol- en drugs draait echter niet alleen om zorg in medische zin. Vaak spelen ook psychische aspecten en angst een rol.
In bijlage 2 is het ABCDE stroomschema terug te vinden. Tevens is een uitgebreide beschrijving van de ABCDE benadering terug te vinden in het protocol ‘ABCDE benadering’.
Airway
De luchtweg kan door alcohol- of drugsgebruik bedreigd raken. Meestal is de Oorzaak daarvan een daling van het bewustzijn, waardoor de tong als gevolg van spierverslapping de keelholte blokkeert. Daarnaast kan er door braken verslikking optreden en braaksel in de keelholte en longen terecht komen. Sommige van de stimulerende middelen kunnen leiden tot tandenknarsen en kaakklem. Bij een kaakklem zijn de tanden stijf op elkaar geknepen en is de mond niet te openen.
Overmatig alcohol- en drugsgebruik kan de symptomen (onder andere pijn) van een breuk van de nekwervels maskeren, doordat pijn minder wordt gevoeld of doordat het bewustzijn verlaagd is. Kijk dus ook naar verwondingen aan hoofd, hals en borstkas.
Breathing
De meeste drugs hebben in meer of mindere mate invloed op de ademhaling. Verdovende middelen hebben een dempende werking op de hersenen. Hierdoor kunnen er ademhalingsstoornissen optreden, zoals een trage oppervlakkige ademhaling en zelfs een ademstilstand doordat de ademprikkel wordt onderdrukt. Stimulerende middelen kunnen daarentegen de ademhaling doen versnellen, waarbij snelle en diepe ademteugen worden genomen. Bij langdurig en diep ademen kan er vermoeidheid en uitputting optreden.
Circulatie
Bloedverlies wordt zelden gezien als direct gevolg van de inname van drugs of alcohol. Wel worden bij drugs die gesnoven worden soms slijmvliesbloedingen gezien, zoals een bloedneus. Bedenk dat iemand een ongeval kan hebben doorgemaakt en daardoor inwendig bloedverlies met shock heeft.
Stimulerende middelen zorgen voor het opjagen van hart en bloedsomloop. Dit leidt tot versnellen van de hartslag en het stijgen van de bloeddruk. Pijn op de borst kan een gevolg zijn van overbelasting van het hart. Soms treden levensbedreigende hartritmestoornissen of een hartinfarct op waarvoor reanimatie noodzakelijk is. Ook een beroerte komt voor.
Verdovende middelen kunnen juist de hartslag vertragen en zorgen soms voor een verlaging van de bloeddruk. In beide gevallen kunnen circulatiestoornissen en shock optreden.
Disability
Drugs worden gebruikt om het gevoel en het bewustzijn te verbeteren of te veranderen. Alle drugs hebben dus een uitwerking op het zenuwstelsel. De werking kan zeer uiteenlopend zijn en verschilt vaak ook met de hoeveelheid die wordt ingenomen.
Verdovende middelen zorgen voor ontspanning, de gebruiker wordt rustig en relaxed. Het toestandsbeeld wordt gekenmerkt door traagheid. Bij overmatig gebruik kan sufheid en slaperigheid optreden. Er kan sprake zijn van diepe bewusteloosheid.
Stimulerende middelen worden vaak gebruikt om de concentratie en de alertheid te verbeteren. Het uithoudingsvermogen neemt toe. De gebruiker kan hyperactief, opgefokt of agressief zijn. Het toestandsbeeld wordt gekenmerkt als ‘snel’ of ‘strak staan’. Bij overmatig gebruik kan bewustzijnsverlies optreden en soms krijgt iemand een epileptische aanval of toeval.
Waarnemingsveranderende- en tripmiddelen geven verandering van de inhoud van de gedachten, hallucinaties en dromerigheid. Het toestandsbeeld wordt vaak gekenmerkt door een gebruiker die ‘raar doet’. Het bewustzijn kan verlaagd zijn. Hierbij treden zelden levensbedreigende stoornissen van de vitale functies op.
De pupillen kunnen verwijd of vernauwd zijn, afhankelijk van de gebruikte drug. Enige pupilvernauwing treedt met name op bij heroïne (of andere morfineachtige middelen). De coördinatie kan gestoord zijn, waardoor men onvast loopt en niet in staat is om voorwerpen met vaste hand aan te pakken.
De spraak kan gestoord zijn, zowel qua uitvoering (zoals spreken met dubbele tong) als qua inhoud. Het is niet altijd mogelijk om het onderscheid te maken met een beroerte. Soms kan als gevolg van druggebruik ook een beroerte optreden!
Stimulerende drugs kunnen ervoor zorgen dat de lichaamstemperatuur sterk toeneemt, waarbij soms zelfs hitteberoerte kan optreden. Deze oververhitting (hyperthermie) uit zich in coördinatie- en bewustzijnsstoornissen en is levensbedreigend. Agressief koelen en snel inschakelen van professionele zorg is van levensbelang!
Overig
De verdovende middelen zorgen vaker voor overmatige afkoeling, waardoor iemand onderkoeld kan raken. Bij veel drugs kunnen maagdarmklachten optreden, zoals buikpijn, misselijkheid, braken of diarree. Braken bij een gedaald bewustzijn kan de luchtweg en ademhaling bedreigen.
Bij stimulerende middelen worden spieren aangespannen en staat de gebruiker ‘strak’. Vaak is er tandenknarsen, motorische onrust en stereotype bewegingen. Bij verdovende en waarnemingsveranderende middelen ontspannen de spieren juist.
Bij middelen gerelateerde gezondheidsverstoringen is het van belang dat hulpverleners de meest voorkomende en levensbedreigende herkennen en weten hoe te handelen.
De meest voorkomende gezondheidsverstoringen komen bij alle middelen voor. Meestal zullen mensen met hun gezondheidsklachten naar huis gaan en geen hulp zoeken.
Hoofdpijn
Dit is de meest voorkomende klacht binnen het uitgaanscircuit. Men veronderstelt dat hoofdpijn binnen het uitgaanscircuit het eerste teken is van uitdroging. Wetenschappelijk onderzoek ondersteunt de relatie tussen uitdroging en hoofdpijn. Vochttekort wordt veroorzaakt door onvoldoende inname, dan wel overmatig verlies of uitscheiding van vocht. Alcohol zorgt voor een belangrijk verlies van vocht: ieder glas alcohol zorgt voor het verlies van anderhalf glas vocht. Belangrijk om te weten is dat uitdroging kan optreden bij een vochttekort over een voorgaande periode van 72 uur. De basis van het probleem kan dus al gelegd zijn véér bijvoorbeeld het evenement. Aandacht voor vochtinname is dus belangrijk in het gesprek met een uitgaander die in de problemen komt.
Algehele malaise
Uitgaanders komen regelmatig met de opmerking dat ze “zich niet goed voelen”. Een duidelijke klacht is dan niet specifiek te benoemen, maar er is sprake van een algemeen onwel bevinden. Soms is er sprake van allerlei vage klachten.
Misselijkheid/braken
Vrijwel alle drugs worden oraal ingenomen. Op deze lichaamsvreemde stoffen kan het lichaam reageren, vaak met misselijkheid en braken. Sommige middelen hebben een direct effect op het brein. Het brein zet het lichaam dan aan tot braken. Meestal verdwijnen de klachten na het braken of na het uitwerken van de drug(s). Braken in combinatie met sufheid is een alarmsignaal. Deze combinatie brengt het grote risico met zich mee dat iemand zich kan verslikken of verstikken in zijn eigen braaksel.
Duizeligheid
Duizeligheid is een lastig begrip, omdat niet iedereen hiermee hetzelfde bedoelt. Draaierigheid, misselijkheid, black-outs, ‘wankel gevoel’ of algehele malaise zijn allemaal verschijnselen die als duizeligheid kunnen worden aangeduid. Het is dus belangrijk om goed te weten wat iemand bedoelt met een klacht over duizeligheid.
Duizeligheid wordt veroorzaakt door veranderingen in het evenwichtsorgaan en het brein. Deze twee hebben een sterke relatie. Door gebruik van middelen, functioneert het evenwichtsorgaan niet goed, waardoor iemand duizelig kan worden.
Sufheid
Veel middelen kunnen leiden tot een verminderd bewustzijn, zonder dat er sprake is van bewusteloosheid. Mensen zijn dan minder goed aanspreekbaar en reageren alleen op (hevige) prikkels (hard praten, pijnprikkel). Dit is voor de hand liggend bij verdovende middelen. Maar ook bij stimulerende middelen kan dit gebeuren.
Afwijkende tempratuur
Verdovende middelen kunnen leiden tot een verlaagde lichaamstemperatuur door een combinatie van het middel, verminderde activiteit en/of de omgevingstemperatuur. Bij GHB komt hevig transpireren voor, wat een extra oorzaak is voor afkoeling. Omdat men ook bij stimulerende middelen kan zweten, komt bij gebruik van deze middelen niet alleen een verhoogde, maar ook een verlaagde temperatuur voor. Het komt voor dat de gebruiker een andere lichaamstemperatuur ervaart dan deze feitelijk is. Bij de beoordeling van een afwijkende temperatuur volstaat dus niet alleen het verhaal van de gebruiker. De huidtemperatuur moet ook gevoeld worden door de hulpverlener eventueel met behulp van een goede thermometer.
Angst
Bij middelengebruik heeft de gebruiker altijd een bepaalde verwachting. Als het gebruik daar niet aan voldoet, kan de gebruiker angstig worden. Mensen ervaren het niet verwachte effect als een verlies van controle over hun lichaam en soms hun geest. Bij waarnemingsveranderende middelen is juist het directe effect van het middel vaak de oorzaak van angst.
De volgende gezondheidsverstoringen zijn direct levensbedreigend, behalve de acute psychose (deze kan indirect levensbedreigend zijn). De oorzaken van de hieronder genoemde gezondheidsverstoringen zijn toegespitst op middelengebruik, maar er zijn veel meer oorzaken mogelijk.
Luchtwegobstructie (vooral bij verdovende middelen)
Bij een luchtwegobstructie is er sprake van een belemmering van de route van zuurstofrijke (buiten)lucht van buiten de mond tot diep in de longen. Bij de doelgroep binnen het uitgaanscircuit komt dit probleem meestal door de combinatie van braken en sufheid. Een kaakklem bij een persoon met een gedaald bewustzijn is altijd een noodgeval! Bij braken ontstaat er grote kans op verstikking. Een snelle en volledige 112 melding (“bedreigde ademweg door kaakklem”) is van levensbelang!
Hart- en vaatstoornissen (vooral bij stimulerende middelen)
Als gevolg van grote druk in de vaten kunnen er problemen ontstaan in het hart en de hersenen. Het hartinfarct en de hersenbloeding zijn vooral beschreven in relatie tot cocaïnegebruik en 4FMP (kruising tussen MDMA en Amfetamine). Hartkloppingen worden ook gemeld bij het gebruik van andere stimulantia. Soms komt een ‘kaakklem’ voor (bij stimulerende middelen).
Bewusteloosheid
Bewusteloosheid kan in relatie tot middelengebruik verschillende oorzaken hebben, zoals een luchtwegobstructie, ernstige onderkoeling of juist oververhitting, een insult, en het gebruik van verdovende middelen als alcohol of GHB.
Insult (vooral bij stimulerende middelen)
Een insult is het verliezen van het bewustzijn en gaat meestal gepaard met een schokkende verkramping van alle spieren in het lichaam. Dit kan een uiting zijn van de ziekte epilepsie, maar ook door middelengebruik of door een sterke visuele prikkeling. Dit is een gevaarlijke situatie gezien de oorzaak ook de chemisch uitwerking kan zijn van de drug. Bij een insult kan het slachtoffer blauw worden als gevolg van een inadequate ademhaling of een luchtwegobstructie. Ook kan er incontinentie (verliezen van de urine en/of ontlasting) optreden en vaak bijt het slachtoffer op zijn tong. In veel gevallen eindigt een insult spontaan, maar er is een risico dat het insult langer dan vijf minuten blijft bestaan. Men spreekt dan van een zogenaamde ‘status epilepticus’, die binnen korte tijd, fataal kan zijn.
Onderkoeling (vooral bij verdovende middelen)
Onderkoeling is een situatie waarbij de lichaamstemperatuur daalt tot onder de 35 graden. Er zijn verschillende maten van ernst te onderscheiden:
De bovenstaande criteria zijn medische criteria. Buiten het ziekenhuis kan een lichte onderkoeling zonder juiste hulp snel overgaan in een matige en vervolgens ernstige onderkoeling. Het is dus noodzakelijk een lichte onderkoeling tijdig vast te stellen. Onderkoeling treedt voornamelijk op bij het gebruik van verdovende middelen, maar ook door stimulerende middelen (als gevolg van hevig zweten of natte kleding door het dansen).
Levensbedreigende oververhitting (bij stimulerende middelen)
Oververhitting is een situatie waarbij de lichaamstemperatuur stijgt tot boven de 40 graden. De situatie kenmerkt zich door een verminderd bewustzijn tot bewusteloosheid. Soms is er sprake van desoriëntatie of agressie. De huid is bleek, warm en klam of zelfs droog.
De oorzaak van levensbedreigende oververhitting is meestal een combinatie van onder andere intensieve spieractiviteit, onvoldoende vochtinname, niet-ademende kleding, slecht eten, stimulerende middelengebruik, hoge omgevingstemperatuur en hoge luchtvochtigheid.
Boven de 40 graden raken allerlei processen in het lichaam verstoord, waardoor het brein en de hartspier onherstelbaar beschadigd kunnen raken. Boven de 42 graden ontregelt de thermostaat van het lichaam en kan het de lichaamstemperatuur niet meer reguleren.
Acute psychose (vooral bij waarnemingsveranderende en stimulerende middelen)
Bij een acute psychose is er sprake van wanen (een stoornis in het denken) en meestal ook van hallucinaties (een stoornis in de waarneming). Ook ervaart een slachtoffer angst en is er sprake van agressie in reactie op de omgeving. De wanen zijn niet te corrigeren. Het slachtoffer voelt zich onbegrepen, en samen met de inhoud van de wanen maakt dit hem of haar angstig. Het is deze intense angst die maakt dat de acute
Psychose indirect levensbedreigend is. Het slachtoffer voelt zich angstig en bedreigd en zal er alles aan doen om zichzelf te beschermen.
Watervergiftiging (hyponatriëmie)
In het lichaam regelt het antidiuretisch hormoon (ADH) het gevoel van dorst en de hoeveelheid waterafgifte in de nieren. Onder normale omstandigheden is dit systeem goed in balans, maar onder invloed van XTC is deze verstoord. Iemand kan een watervergiftiging krijgen bij grote hoeveelheden water. Dit komt doordat je nieren op dat moment minder water uitscheiden. Al het water wat je drinkt blijft dus in je lichaam. Hierdoor neemt het volume van je bloed toe en daalt de concentratie zout (natrium) in het bloed. Water uit je bloed kan hierdoor in je hersencellen lopen. De hersenen kunnen dan opzwellen, dit heet hersenoedeem. Hersenoedeem kan leiden tot verhoogde druk in de schedel, infarcten en zelfs de dood.
De symptomen van een hyponatriëmie lijken op die van oververhitting met uitzondering van de hoge lichaamstemperatuur, dit maakt herkennen lastig. XTC kan nog zeker 24 uur in het bloed voorkomen, dus ook na het feest/evenement kan een watervergiftiging tot uiting komen. Het is zelfs zo dat de symptomen meestal pas vele uren na de inname van XTC in het proces optreden.
Opwindingsdelier (vooral bij stimulerende middelen)
Het opwindingsdelier is een relatief onbekend fenomeen en vraagt een (medische) specifieke aanpak, mede vanwege de kans op overlijden. Samenwerking tussen de verschillende diensten als politie, veiligheidspersoneel en hulpverleners is dan ook van groot belang.
Het opwindingsdelier is een ernstig en acute toestand waarbij het slachtoffer motorisch onrustig is. Het wordt ook wel Excited Delerium Syndrome (EDS) of Agitated Delirium genoemd. Het slachtoffer gedraagt zich bijna dierlijk en slaat als een wilde om zich heen. Kenmerkend is dat het geen gerichte agressie is. Het slachtoffer zal zich niet overgeven bij fixatie of overmeestering. Ook maakt hij of zij geen contact. Dit uit zich doordat het slachtoffer als het ware dwars door je heen kijkt en het niet mogelijk is om verbaal contact te krijgen. Uit onderzoek is gebleken dat te sterke fixatie van invloed is op de overlijdenskans van slachtoffers met een opwindingsdelier.
Personen met EDS vertonen de volgende kenmerken (WPSTC, 2011):
Deze kenmerken zijn niet altijd tegelijk aanwezig. Hoe meer kenmerken, hoe sterker het vermoeden dat het hierbij om EDS gaat.
Een acuut opwindingsdelier is levensbedreigend omdat het leidt tot overmatige belasting van hart en vaatstelsel en tot oververhitting. Veelal is er sprake van een combinatie van een opwindingsdelier en onjuiste hulpverlening. Vooral de agitatie van het slachtoffer wordt vaak gezien als het probleem, waardoor de beveiliging of politie als eerste ter plaatse komt. Juist bij deze professionals bestaat er nog veel onbekendheid over het opwindingsdelier, waardoor zij er soms niet adequaat mee omgaan. Wanneer de zorgvrager gefixeerd wordt kunnen er problemen met de luchtweg en ademhaling optreden. Hij kan zich daarnaast ernstig verwonden. Snelle hulp door zorgprofessionals is essentieel. Let op de eigen veiligheid en laat de zorgvrager zo nodig (tijdelijk) alleen. Vermijd zoveel mogelijk prikkels richting de zorgvrager, het opwindingsdelier kan hierdoor verergeren. Bijvoorbeeld fluorescerende kleding kan prikkels geven, maar ook het doen van bloeddrukmetingen of het meten van de temperatuur. Wees hier terughoudend in.
Voorkom te allen tijde dat de luchtweg en ademhaling belemmerd worden, bijvoorbeeld als de zorgvrager in bedwang wordt gehouden door de beveiliging.
Patiënten met een alcohol-of drugs intoxicatie kunnen van milde klachten tot ernstige levensbedreigende aandoeningen krijgen. Een deel van deze alcohol- en drugs gerelateerde problematiek kan worden opgelost in de medische post op het evenement. Een deel vereist echter ook verdergaande zorg door bij voorbeeld ambulancepersoneel of ziekenhuis. Over het algemeen is te stellen dat patiënten zonder verstoringen in de vitale functies veilig naar huis kunnen worden ontslagen, mits er adequate mantelzorg aanwezig is. Concreet betekent dit dat een patiënt veilig met ontslag kan indien er sprake is van:
Indien er wel stoornissen zijn in de vitale functies van de patiënt, dient ten alle tijden overlegd te worden met de MME/JTM of de patiënt kan worden ontslagen.